Etappeplannen

Soms lijkt een etappe eindeloos.

Heeft u een etappeplan nodig? Nee, er zijn tal van fietsers die zonder enig plan vertrekken. ’t Kan prima. Sommige ervaringsdeskundigen zullen u voorhouden dat een plan de beleving van de Camino verstoort.
Niet iedereen is hetzelfde. Er zijn avonturiers, er zijn pelgrims die rust zoeken en niets aan hun hoofd willen hebben (niks moeten) en er zijn fietsers die wel behoefte hebben aan een plan. U kunt ook onderweg een plannetje maken voor de eerstkomende dag/dagen. Degenen die een volledig etappeplan willen maken vinden hieronder enkele aanknopingspunten. Een etappeplan hoeft geen keurslijf te zijn. Onderweg ervan afwijken kan een prima beslissing zijn. Het Genootschap van St. Jacob adviseert fietsende pelgrims een “globale planning van je reis op basis van het aantal kilometers dat je denkt aan te kunnen” te maken. Prima. U bepaalt zelf wat in dit verband ‘globaal’ is: een dagplanning, blokken van 3 dagen of een weekplanning.
Een plan is vooral nuttig als u beperkt bent in de tijd, indien u bepaalde plaatsen wat langer wilt bezichtigen en/of als u geen zin heeft in lange zoektochten naar een overnachtingsadres. Dat laatste geldt overigens alleen voor Frankrijk. Op de Camino Francés zijn meer dan genoeg albergues. Een plan voor het Spaanse deel van de route is nuttig op de Ruta del Norte en indien u in op de Camino Francés (vrijwel) uitsluitend wilt kamperen.
Verderop in deze tekst staan twee etappeplannen (op dagbasis). Van elk van de twee routes één. Als extra staat onderaan deze tekst een etappeplan van de alternatieve Spaanse route:  de Ruta del Norte.

Fietsen met bagage in Postel

Als u de Jacobsroute neemt (circa 2.500 km) heeft u ongeveer 30 etappes nodig. En plus-minus 35 als u ‘Langs oude wegen’ (circa 2.800 km) rijdt. De genoemde afstanden zijn globaal en afhankelijk van de plaats van vertrek. Mijn aanname is ook dat u een van de twee Franse routes kiest die door Clemens Sweerman zijn ontwikkeld en daarna de Camino Francés.
Globaal gesproken is een etappe tussen de 70 en 120 kilometer. Met als gemiddelde 90 km per dag; in Frankrijk uitschieters naar boven en in Spanje naar beneden. Als gemiddelde snelheid kunt u 16 km per uur aanhouden, tenzij u het traject als wielrenner wilt afleggen. Reken dan met ongeveer 24 km per uur.
Op trajecten met een stijgingspercentage tussen de 8% en 10% valt uw snelheid aanzienlijk terug. Bij een stijging van 10% of meer soms zelfs tot 4,5 km/uur, een kritische grens. Bij een nog lagere snelheid moet u afstappen en lopen. Maar meestal rijdt u tussen de 11 en 20 km/uur. In een afdaling kan uw snelheid sterk oplopen. De waaghalzen behalen snelheden van meer dan 60 km/uur. Reken erop dat het boven de 35 km/uur linke soep begint te worden. Op sommige sites treft u teksten aan waarin een lager daggemiddelde (bijv. 65 km i.p.v. 90 km) genoemd wordt. De meest waarschijnlijke oorzaak van dit verschil is het aantal fietsuren per dag. Bij 90 km ligt dit een kleine zes uur, netto. Bij 65 km op vier uur, eventueel op vijf uur indien van een lagere gemiddelde snelheid wordt uitgegaan: 13 km/uur i.p.v. 16 km/uur.

Om dagelijks zes uur te fietsen is vroeg (08:00 uur) starten vereist. Tenzij u het geen probleem vindt om pas om zeven uur ’s avonds te stoppen. Of indien u nauwelijks pauzeert, nergens een kleine sightseeing houdt, geen foto’s of video-opnamen maakt en snel uw lunch naar binnen werkt. Om een daggemiddelde van 90 km te behalen hoeft u geen doorgewinterde langeafstandfietser te zijn. Enkel ‘op tijd’ vertrekken en een goede conditie volstaat.

Er zijn ook pelgrims die meer kilometers per dag maken. Lees hier een verslag van twee Nederlandse fietsers die er flink de vaart in zetten. Maar ook sommige Vlamingen fietsen elke dag gemiddeld 120 km. Niet mijn keus, er blijft dan nauwelijks tijd over om een bezienswaardigheid te bezoeken.

De westelijke route naar St. Jean-Pied-de-Port (1.550 km) duurt 15 à 17 dagen, ongeveer 100 km per dag. Vanaf de Frans-Spaanse grens is de Camino Francés ongeveer 900 km. Een dag of 12 netto, 75 km per dag. Tel daarbij een paar dagen om Burgos en León te bezichtigen of een uitstapje te maken naar San Miguel de Escalada, dan bent u alles bij elkaar zo’n 30 dagen onderweg. Het verschil tussen het Franse en Spaanse daggemiddelde zit in mijn aanname dat u in Spanje meer tijd neemt om ‘iets’ te bekijken, in een siëstapauze en in het feit dat er drie fikse cols -Ibañeta, Cruz de Ferro en O’Cebreiro- te nemen zijn.

Monasterio San Miguel de Escalada

Ruim vier weken dus; tegen drie weken voor degenen die flink doorrijden en elke dag gemiddeld honderddertig km verstouwen. Voor de oostelijke route moet u rekenen op zo’n vijf weken. Wilt u een tandje gemakkelijker rijden, niet vroeg vertrekken of om drie uur ’s middags al stoppen, dan kan de tocht wel zes tot acht weken duren. Als u tijd en zin hebt, geen enkel probleem.

Voor het antwoord op de vraag hoe lang de pelgrimstocht precies zal gaan duren is van belang wanneer u uw terugreis regelt. Grofweg zijn er twee opties: vooraf of tijdens de tocht.

Vooraf geboekt, 100 euro per persoon

Het voordeel van vooraf de terugreis (per vliegtuig) regelen is dat u een goedkope vlucht kunt boeken. U struint alle sites van ‘low-budget carriers’ af en kiest de goedkoopste optie. Daarop past u uw planning aan. Met vooraf boeken kunt u een paar honderd euro besparen en het thuisfront weet precies wanneer ze u op het vliegveld kunnen komen afhalen. Daar tegenover staat dat u vast zit aan de terugreis op een specifieke dag. En dat kan verkeerd uitpakken. U bent veel te vroeg of net te laat in Santiago. Boekt u vooraf dan is een vrij strakke planning onontbeerlijk. Zie hierna voor twee praktijkvoorbeelden. Let wel: deze planningen bevatten geen extra dagen gereserveerd voor het uitgebreid bezoeken van steden en bezienswaardigheden. En ook geen ‘extra dagen’ als buffer voor pech of andere onvoorziene omstandigheden. Dagen/tijd hiervoor moet u zelf toevoegen. Mijn ervaring is dat een dag of twee/drie, eventueel vier speling in de planning voldoende is. Als alles goed gaat gebruikt u deze dagen om ergens even langer te blijven. Mogelijk bent u een paar dagen ‘kwijt’ aan pech of slecht weer. Naar mate de tocht vordert kunt u geleidelijk de extra dagen inzetten voor ‘leuke dingen’.

Mocht het zich toch laten aanzien dat u niet op tijd in Santiago zult zijn dan zijn er maar een paar opties. Voor een goede keuze is het van belang of en hoe u uw fiets kunt vervoeren. Met de bus kan niet, met de trein soms wel, (klik hier voor de Spaanse spelregels voor ‘fietsen in de trein’), met een huurauto of via Soetens. Deze firma kan fietsen transporteren van en naar elke plaats op de route naar Santiago. Zie hun website. In het geval u in Spanje een deel van de route per trein wilt afleggen kijk dan op de site van Renfe.com. Klik op renfe treinenloop noord spanje of op renfe treinenloop galicia voor een pdf-je met de treinenloop. Uw bagage kan eventueel verstuurd worden met de Spaanse firma Jacotrans.

San Juan de la Peña. Bijbelsculptuur uit ca 1100: een engel verschijnt aan Jozef in een droom.

Blijf -als tot en met de oversteek van de Pyreneeën alles volgens plan is gegaan- bijv. een dag in Jaca om o.a. het klooster San Juan de la Peña te bezoeken. Indien u onderweg uw terugreis regelt kunt u zonder planning op pad. Maar wacht u met boeken tot u in Santiago bent aangekomen, dan betaalt u vaak het volle pond, lees een paar honderd euro. Tegen honderd euro als u vooraf boekt. Een tussenweg is nog om ergens in de buurt van León of Astorga (vijf dagen voor aankomst) de terugreis te regelen. Mogelijk heeft u dan nog enige keus uit verschillende tarieven. Het maken van een planning is ook wenselijk indien u onderweg bepaalde plaatsen, gebouwen etc. wilt bezoeken of in interessante dorpen of steden wilt overnachten. Er zijn ook pelgrims die een planning als een last ervaren. Zij gaan volledig ‘op de bonnefooi’ en ze zien wel hoe het onderweg loopt. Voor hen vernietigt het maken van een planning (evenals het maken van afspraken met reisgenoten) de essentie van de Caminobeleving: rust, vriendschap, spiritualiteit. Voor anderen bieden een planning en afspraken juist houvast: het is elke dag duidelijk wat de reisdoelen zijn en iedereen weet waar hij/zij aan toe is. Natuurlijk, men kan ook overdrijven. Als alles wordt dichtgetimmerd en vastgespijkerd is de Caminobeleving ver te zoeken. Ieder maakt hierin een eigen keuze, samenhangend met de motieven om naar Santiago te fietsen.
Het Genootschap van Sint Jacob schrijft over ‘etappeplannen maken’:
“Een strakke planning van de dagafstanden voor meerdere dagen (of voor de hele tocht!) is af te raden. Veel beter is het rustig van start te gaan en jezelf de kans te geven te wennen aan het elke dag fietsen met bagage. Je hebt dan minder kans op blessures bij de eerste langere hellingen.
Inderdaad, u kunt best vertrekken zónder plan. Maar het argument daarvoor dat u zonder een plan als keurslijf kunt wennen aan het elke dag fietsen, vind ik wat gezocht. Bent u goed getraind (m.n. duurtraining) dan valt het best mee met het wennen aan elke dag fietsen.
De belangrijkste reden om geen plan te maken is -volgens mij- dat u dan geen verplichting (ik móet vandaag 88 km fietsen) ervaart. En dus optimaal van uw vrijheid kunt genieten. En van de dagelijkse uitdaging om een geschikte overnachtingsplek te vinden. Ja, ja, ik weet ‘t. Op de camino Francés staan de herbergiers u soms op te vangen om bij hén te overnachten.

In de regen naar Troyes fietsen is niet zo leuk.

In de regen naar Troyes fietsen is niet zo leuk. Een rustdag daarna kan een goed idee zijn.

Sommige pelgrims nemen een of meer ‘rustdagen’. Prima. Het is in de regel niet echt nodig om rustdagen in te plannen. Al na een paar dagen bent u in een bepaald ritme gekomen en een rustdag -in de zin van ‘niks doen en op adem komen’- verstoort dat ritme. Dus als u een rustdag neemt, benut ‘m dan om de stad/streek waar u bent te verkennen. Maar ga niet niks doen. Zonde van de tijd. De enige uitzondering kan zijn dat u een dag wilt bijkomen van een dagenlange periode slecht weer, met veel regen en wind tegen (lees hier een voorbeeld) of na een hittegolf. De kans hierop is niet zo erg groot als u in juni of begin juli fietst.

Etappes naar Santiago, de westelijke route, een voorbeeld.

  • Voorbereidende etappe(s): Naar Londerzeel (België), camping.
  • Etappe 2: Londerzeel – Tournai (Doornik), 110 km, camping.
  • Etappe 3: Tournai – Cambrai, 80 km, hotel.
  • Etappe 4: Cambrai – Chiry-Ourscamp, 106 km, camping.
  • Etappe 5: Chiry-Ourscamp – Hénonville 108 km, camping.
  • Etappe 6: Hénonville – Chartres, 126 km, camping.
  • Etappe 7: Chartres – Vendôme, 109 km, camping.
  • Etappe 8: Vendôme – Veigné, 90 km, camping.
  • Etappe 9: Veigné – Poitiers, 100 km, hotel.
  • Etappe 10: Poitiers – Nanteuil-en-Vallée, 129 km, gite.
  • Etappe 11: Nanteuil-en-Vallée – Aubet.-sur-Dr., 100 km, camping.
  • Etappe 12: Aubeterre-sur-Dronne – St. Emilion, 72 km, camping.
  • Etappe 13: St. Emilion – Labouheyre, 124 km, camping.
  • Etappe 14: Labouheyre – Dax, 83 km, camping.
  • Etappe 15: Dax – St. Jean-Pied-de-Port, 68 km, refuge.
  • Etappe 16: St. Jean-Pied-de-Port – Pamplona, 75 km, refugio.
  • Etappe 17: Pamplona – Puente la Reina, 38 km, camping bij refugio.
  • Etappe 18: Puente la Reina – Nájera, 102 km, camping.
  • Etappe 19: Nájera – Belorado, 63 km, refugio.
  • Etappe 20: Belorado – Burgos, 50 km, pension.
  • Etappe 21: Burgos – Carrión de los Condes, 107 km, refugio.
  • Etappe 22: Carrión de los C. – Mansilla de las M., 88 km, camping.
  • Etappe 23: Mansilla de las Mulas – Astorga, 87 km, hotel.
  • Etappe 24: Astorga – Ponferrada, 57 km, refugio.
  • Etappe 25: Ponferrada – Triacastela, 86 km, refugio.
  • Etappe 26: Triacastela – Portomarin, 56 km, camping.
  • Etappe 27: Portomarin – Arzúa, 56 km, refugio.
  • Etappe 28: Arzúa- Santiago de Compostela, 42 km, refugio.

Deze laatste etappe is vrij kort zodat u op een mooie tijd in Santiago kunt aankomen. Mogelijk kunt u dan de pelgrimsmis van 12:00 meemaken. Een uitgebreid reisverslag van deze Camino staat hier.

Aankomst in Santiago de Compostela

Bovenstaand voorbeeld is sterk beïnvloed door de keuze om -in principe- op een camping te overnachten. Indien u niet kampeert is er grote kans dat de route er totaal anders uit ziet. Probeer als u niet kampeert te overnachten in pelgrimsgîtes of refugio’s. Indien u kiest voor (luxe) hotels, beleeft u de Camino aanzienlijk minder. Uw reis wordt dan meer een lange vakantie dan een pelgrimstocht.

Etappes naar Santiago, de oostelijke route, een voorbeeld.

  • Voorbereidende etappe(s): Naar Maastricht.
  • Etappe 2: Maastricht – Stoumont-Rahier, 75 km, camping.
  • Etappe 3: Stoumont – Lescheret, 100 km, camping.
  • Etappe 4: Lescheret – Dun-sur-Meuse, 87 km, camping.
  • Etappe 5: Dun-sur-Meuse – Chalons-en-Champ., 100 km, camping.
  • Etappe 6: Chalons-en-Champagne – Troyes, 98 km, camping.
  • Etappe 7: Troyes – Auxerre, 86 km, camping.
  • Etappe 8: Auxerre – Vézelay, 56 km, camping.
  • Etappe 9: Vézelay – Nevers, 96 km, camping.
  • Etappe 10: Nevers – St. Armand-Montrond, 74 km, camping.
  • Etappe 11: St. Armand-Montrond – Cluis, 81 km, pelgrimsgîte.
  • Etappe 12: Cluis – St. Laurent-les-Eglises, 107 km, camping.
  • Etappe 13: St. Laurent-les-Eglises – Uzerche, 80 km, camping.
  • Etappe 14: Uzerche – Martel, 86 km, camping.
  • Etappe 15: Martel – Cahors, 98 km, camping.
  • Etappe 16: Cahors – Miradoux, 98 km, refuge.
  • Etappe 17: Miradoux – Montesquiou, 79 km, camping.
  • Etappe 18: Montesquiou – Lescar, 88 km, pelgrimsgîte.
  • Etappe 19: Lescar – Accous, 58 km, camping.
  • Etappe 20: Accous – Jaca, 60 km, camping.
  • Etappe 21: Jaca – Sangüesa, 75 km, camping.
  • Etappe 22: Sangüesa – Estella, 87 km, camping.
  • Etappe 23: Estella – Navarette, 70 km, camping.
  • Etappe 24: Navarette – Redecilla del Camino, 65 km, albergue.
  • Etappe 25: Redecilla del Camino – Burgos, 70 km, camping.
  • Etappe 26: Burgos – Frómista, 82 km, refugio.
  • Etappe 27: Frómista – Sahagún, 56 km, camping.
  • Etappe 28: Sahagún- León, 65 km, hostal.
  • Etappe 29: León – Rabanal del Camino, 80 km, refugio.
  • Etappe 30: Rabanal del Camino – Villafranca del B., 58 km, refugio.
  • Etappe 31: Villafranca del Bierzo – Samos, 66 km, refugio.
  • Etappe 32: Samos – Melide, 75 km, refugio.
  • Etappe 33: Melide- Santiago de Compostela, 50 km, camping.

De meeste bovenstaande etappeplaatsen in Spanje staan vermeld met ‘camping’. Uiteraard zijn er in al deze plaatsen -meestal meerdere- refugio’s/albergues.

Etappe 26, Burgos – Frómista, vlakbij Hontanas.

Etappeplan Camino del Norte

Hieronder etappeplan van de Camino (Ruta) del Norte:

Verse vis. Heerlijk!

Verse vis. Heerlijk!

  1. Irun – Orio, 36 km.
  2. Orio – Ziortza/Bolibar (Zenarruza), 56 km.
  3. Ziortza/Bolibar – Bilbao, 51 km.
  4. Bilbao – Laredo, 60 km.
  5. Laredo – Santander, 50 km.
  6. Santander – San Vicente de la Barquera, 58 km.
  7. San Vicente de la Barquera – Ribadesella, 66 km.
  8. Ribadesella – Oviedo, 80 km.
  9. Oviedo – Soto de Luiña, 56 km.
  10. Soto de Luiña – La Caridad, 70 km.
  11. La Caridad – Lourenza, 60 km.
  12. Lourenza – Villalba, 50 km.
  13. Villalba – Sobrado dos Monxes, 48 km.
  14. Sobrado dos Monxes – Santiago de Compostela, 55 km.

De dagelijks te rijden afstand is aanzienlijk minder dan een (gemiddelde) etappe op de Camino Francés. Dit vanwege de grotere moeilijkheidsgraad van de Camino del Norte en het kleine aantal overnachtingsmogelijkheden. Klik op Albergues Camino del Norte voor een lijst met veel, zo niet alle albergues op de Camino del Norte. De actuele lijst is te downloaden van de site Caminosnorte.org. Een (vrij) actueel reisverslag van de Camino del Norte staat hier.

naar boven

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.